De Schijf van Vijf is in de supermarkt niet te vinden

Kinderen eten te weinig groente en fruit, volwassenen zijn te zwaar, zo blijkt uit een vandaag  (6 oktober 2011) gepresenteerd onderzoek van de RIVM, dat voor het eerst in 13 jaar volksbreed onderzocht wat Nederlanders precies eten, hoe vaak en wanneer. Op de site van het RIVM staat niets over de oorzaken van het ongezonde eetpatroon, maar wel dat de uitkomsten van dit onderzoek gebruikt kunnen worden om Nederlanders beter te adviseren over hun voedingspatroon èn om het aanbod te verbeteren. De kop van het persbericht op de site luidt: “Veel Nederlanders laten gezonde voeding staan.” De Volkskrant weet in de berichtgeving over het onderzoek (6-10-2011, “Nederlanders eten te weinig groente”) nog te melden dat: “De peiling past in het beleid van het Ministerie, dat mensen zelf keuzen laat maken over hun leefstijl, maar hen wel wil informeren over wat de verstandigste keuzen zijn.”

Nu de praktijk. De supermarkten puilen uit van de samengestelde producten vanuit de voedingsindustrie. Fantasieproducten waaraan suiker, zout en vet is toegevoegd en die langer houdbaar zijn. Verse, onbewerkte groenten, fruit, zuivel en vlees vormen een kleine minderheid van het aanbod. Producten waaraan geen suiker, zout, kruiden of specerijen zijn toegevoegd, zijn steeds moeilijker te vinden, ga zelf maar eens kijken. Van de ruim 250(!) soorten, merken en verpakkingen toetjes maakt ongezoete yoghurt maar een zeer klein deel uit, om maar een voorbeeld te noemen.  Deze trend speelt natuurlijk in op de wensen van de consument, die graag in weinig tijd een maaltijd wil bereiden. En ook op de veranderde smaak van mensen: liever meer suiker, meer zout, meer vet. Daarover valt nog veel te zeggen, maar ook voor degene die bewuster, gezonder wil eten, is het niet eenvoudig om in het oerwoud dat supermarkt heet, de juiste keuze te maken. Het is nog veel moeilijker om met de schijf van vijf in de hand, de boodschappen te doen. Wat daarop staat, lijkt in bijna niets meer op het aanbod in de schappen.

Maar ook in de omgeving waar volwassenen en kinderen met eten te maken krijgen, is het niet eenvoudig de gezonde keuzes te maken, zelfs als je daar bewust op let. In winkelcentra zijn de vette en zoete lekkernijen steevast veel goedkoper en vooral overvloediger aanwezig en opdringerig wat betreft verleidelijke geuren, dan de gezonde varianten. Kantines in bedrijven en scholen ruiken naar frituur (probeer dan nog maar eens tevreden te zijn met je broodje rookvlees) en ook hier zijn de zoete koeken ruimschoots voorradig. De schijf van vijf is steeds verder te zoeken en de (door de geuren aangewakkerde) honger knaagt.

En als je als oplettende moeder je kind gezond wil laten eten, is er nog een valkuil: de verpakte tussendoortjes. De fabrikanten van koeken en andere “tussendoortjes” (een term waarmee de slimme fabrikanten de consumptie ervan als een vanzelfsprekende behoefte definiëren) hebben in de afgelopen jaren een gigantisch en nog immer groeiend aanbod van portieverpakkingen geproduceerd, voornamelijk (maar niet alleen) gericht op kinderen die deze portieverpakkingen mee naar school nemen. Vaak worden deze tussendoortjes als gezond of verantwoord gepresenteerd, ze zijn het echter geen van beide. Zo neemt een willekeurige basisschoolleerling als pauzehapje (rond half elf) een beker of pakje limonade of andere gezoete drank (90 tot 120 kcal) plus een verpakte portie koeken (daar zitten er meestal twee, drie of vijf in!!, gezamenlijk 145 kcal of meer) tot zich. Tezamen minimaal 235 kcal, als tussendoortje!! De voedingswaarde van dit alles is gering, voornamelijk suiker en verzadigde vetten. Ook een portieverpakking als ontbijtkoek `snelle jelle’ staat gelijk aan twee plakken zelfgesneden ontbijtkoek, à 90 kcal. Men adverteert met `weinig of geen vet’, maar het zit vooral vol suiker. Suggesties van mijn kant destijds aan de school van mijn dochter, om deze porties te verbieden, zelf thee met één biscuitje (30 kcal) aan te bieden of alleen fruit toe te staan, werd niet eens overwogen maar meteen geweigerd als zijnde `betuttelend’. Tegelijk echter schiep deze school zelf de omstandigheden waarin mijn dochter met banaan of appel , of zelfs maar met een geopende verpakking waarin één meeneemkoek, een uitzondering was.

Een ander bijverschijnsel van de portiecultuur is de traktatie bij verjaardagen (een zakje chips, à 150 kcal) en het aankomende Sint Maarten: waar je voorheen een snoepje kreeg, krijg je nu een voorverpakte portie, van meerdere snoepjes, een minimars o.i.d. of alweer een zakje chips.  In het dagelijks leven van een kind gaat bijna geen dag voorbij dat het NIET in aanraking komt met een dergelijke `portie’.

Het RIVM wil, in samenwerking met of opdracht van het Ministerie, vooral voorlichting geven over gezonde keuzes. Bovenstaande laat zien hoe de verantwoordelijkheid geheel bij het  (vaak goedwillende)  individu wordt gelegd. Keuzevrijheid is immers het parool. Maar het overzicht is ver te zoeken en de verleiding is groot. Dit is ook wat Sidney Minz al in 1985 schreef, in zijn boek “Suiker en Macht” (1985:222) “De beslissing over zijn persoonlijk lot, voor zover het de gezondheid betreft, wordt direct op de schouders van het individu gelegd, hoewel er overal in de samenleving verlokkingen zijn die het risico voor het individu om een ziekte te ontwikkelen, doen toenemen.” Dit heeft de afgelopen decennia alleen maar aan actualiteit gewonnen. Nog meer is het van toepassingen op kinderen, die, nog minder dan volwassenen, greep en hebben op ( en kennis van) het eigen consumptiegedrag. Zij zijn meer afhankelijk van de omstandigheden, het gedrag van ouders (die meestal onwetend zijn van de enorme hoeveelheden calorieën die zij hun kinderen meegeven) of niet bestand tegen de verleidingen van snoepautomaten op middelbare scholen of de groepsdruk van snoepende leeftijdgenoten.

De voedingsindustrie en de supermarkten hebben helemaal niets te winnen bij een gezond voedingspatroon. Aan gewone melk, groenten en aardappelen valt immers  bijna niets te verdienen. Wel als je er een kant-en-klaar maaltijdproduct van maakt, of een aantrekkelijk tussendoortje, gebaseerd op suiker en vet.  Om de consument tegemoet te komen, wordt er volop geadverteerd met de suggestie van gezond. Terecht wordt door het RIVM daarom niet alleen aan voorlichting gedacht, maar ook aan het aanpassen van het voedingsaanbod. Onderschat wordt echter, hoe moeilijk het is voor consumenten om de juiste keuzes te maken. En hoe groot de rol van de voedingsindustrie, de kantines en de gemaksvoedselaanbieders is.  De schijf van vijf is in de supermarkt, of waar dan ook in het dagelijks leven, nauwelijks te vinden.

Dit blog verscheen in oktober 2011 en heeft sindsdien niets aan actualiteit ingeboet, zie ook deze column op Sociale Vraagstukken van april 2016.