Langzaamaan komt er meer bekendheid voor het fenomeen “hooggevoelligheid”, met name dank zij het standaardwerk van Elaine Aron en in Nederland de boeken van o.m. Carolina Bont en Marian van den Beuken. Een flinke minderheid (Aron heeft het over 15-20%) van de bevolking is hooggevoelig. Deze mensen (het komt overigens ook in de dierenwereld voor) zijn gevoeliger voor geluiden, geuren, subtiele veranderingen, signalen of behoeften van anderen, dreigend gevaar, maar ook voor spirituele ervaringen of schoonheid van natuur of kunst.
Voor een populatie is het goed dat deze individuen er zijn, die zowel de mogelijke gevaren het eerst opmerken maar ook zorgen voor verbinding tussen mensen en de mogelijkheden en nuances. Het zijn de filosofen, priesters, de kunstenaars en verzorgers. Het is natuurlijk voor een bevolking niet productief als iedereen zo gevoelig is, maar een flinke minderheid waarborgt de veiligheid en zielenzorg van de gehele populatie.
Voor een gevoelig persoon is de wereld, door alle ervaringen die op je afkomen, al snel overweldigend. Alle geluiden, geuren, de drukte, maar ook de positieve en negatieve signalen van andere mensen komen voortdurend op je af. Door “normaal gevoelige mensen” word je niet snel begrepen. Je bent “zwaar op de hand”, je moet je niet “alles zo vreselijk aantrekken”, je maakt van een mug een olifant, je bent een tobber, snel aangebrand, of je begrijpt het verschil niet tussen pesten en een gewoon plagerijtje. Het is niet onwaarschijnlijk dat gevoelige kinderen eerder het slachtoffer worden van pesterijen. Bij het gebruikelijke uitproberen reageren ze heftiger dan andere kinderen, zodat de plagerij succes heeft en een reactie (vaak tranen) uitlokt.
Voor de normaalgevoelige omgeving is het vaak niet te begrijpen dat een kind zo extreem reageert en wordt het plagen (en als dat uit de hand loopt het pesten) vervolgens ook wel begrepen: dit kind reageert toch niet normaal? Het moet maar eens leren alles “van zijn rug af te laten glijden”, “zich er niets van aan te trekken” of “van zich af te bijten”. Maar juist voor dit kind is dat teveel gevraagd. Zowel zijn of haar gevoeligheid als de onmogelijkheid om de eigen persoonlijkheid te veranderen, worden zo miskend.
In de aanpak van pesten moet rekening gehouden worden met hooggevoeligheid. Voor sommige (veel!) kinderen is de omgeving te overweldigend en is het onmogelijk zo te reageren als andere kinderen. Juist deze kinderen voelen wel aan dat zij anders zijn dan de meeste kinderen. In een veilige omgeving mogen ze zijn wie ze zijn en worden ook hun krachten en kwaliteiten benoemd èn gewaardeerd. Voor zowel het gevoelige kind als voor de omgeving is het goed om te weten dat sommigen nu eenmaal gevoeliger zijn dan anderen, dat er rekening mee kan en moet gehouden worden en dat deze kinderen voor de groep heel belangrijke kwaliteiten hebben.
(Dit blogbericht verscheen oorspronkelijk in september 2011 en werd daar sindsdien door 900 mensen gelezen). Uiteraard komt het onderwerp terug in mijn boek Alles over Pesten)