Een kind opvoeden tot een gezond en gelukkig wezen hangt af van een gehele gemeenschap, van hoe een gehele samenleving functioneert. Hillary Clinton verwees in haar beroemd geworden toespraak naar een Afrikaans gezegde: “it takes a village to raise a child”, waarbij ze opmerkte dat wij weliswaar meestal niet in een traditioneel dorpsverband leven, maar dat wij de kinderen niet alléén kunnen opvoeden: de gemeenschap waarin wij leven en onze kinderen opvoeden is nog steeds van belang.
Dat geldt ook voor Nederland, hoewel families hier meestal dichter bij elkaar wonen dan in Amerika. Ook in Nederland is het opvoeden een eenzamere aangelegenheid geworden. Door toch de grotere geografische afstand tussen familieleden, maar ook door andere ontwikkelingen zoals individualisering en pluralisering: mensen kiezen vaker hun eigen leefstijl en sluiten daarbij minder makkelijk aan bij hun buren en familie dan voorheen. Ook worden families kleiner: de kunst van het opvoeden kun je minder makkelijk “afkijken” van je broers en zussen, nichten en neven. Daarnaast zijn de eisen die de samenleving aan ouders en opvoeding stellen hoger en ingewikkelder. Een autoritaire opvoeding, waarbij het kind maar heeft te luisteren, sluit niet meer aan bij de toekomstige eisen van zelfsturing waar wij het kind op willen voorbereiden. De meest geschikte opvoeding volgens pedagogen is dan ook een autoritatieve: waarin het kind bijgestuurd wordt door uitleg, gestimuleerd wordt door praten en prijzen en waarin ouders het goede voorbeeld voorleven.
Opvoeden is echter, hoe geïndividualiseerd ook en hoezeer ouders ook hun eigen persoonlijke keuzes maken, geen individuele aangelegenheid geworden. Niet alleen moeten kinderen leren in een samenleving te functioneren, dus tussen en met anderen, nog steeds spelen anderen een belangrijke rol in het leven van het kind. De leidsters van de kinderopvang, de oppas, Opa’s en Oma’s en andere familie, de leraren op de basisschool en later het voortgezet onderwijs, de ouders van de vriendjes en vriendinnetjes waar ze spelen, de sport- en muziekleraren, de volwassenen in de buurt. Een positieve en prettige leefomgeving is heel belangrijk voor het gelukkig en succesvol opgroeien van kinderen: “it takes a village to raise a child”, al ziet die “village” er nu iets anders uit. Een goed voorbeeld hiervan is de straatspeeldag: met elkaar zorgen de ouders uit een buurt ervoor dat de kinderen veilig en leuk kunnen buitenspelen.
Kinderen verbinden
Dan wordt echter ook het omgekeerde duidelijk: hoezeer de kinderen zélf een bindende factor kunnen zijn in een buurt en op scholen. Ouders komen door hun kinderen en in het belang van hun kinderen, bij elkaar om activiteiten te organiseren. Kinderen zelf zijn een sterk bindende factor, en je hoeft maar met een kinderwagen met een pasgeboren baby door het winkelcentrum te lopen om te merken hoe buren je ineens aanspreken die je anders nooit spreekt. Het krijgen van kinderen maakt dat je van een stel een gezin wordt en zelfs in geval van echtscheiding blijf je via de kinderen voor altijd met elkaar verbonden. Het krijgen van kinderen versterkt ook familiebanden: je ouders en schoonouders zijn ook de opa en oma van je kinderen, de kinderen van je zus en broer zijn de neefjes en nichtjes van jouw kinderen. En vooral als je kinderen hebt, blijkt hoe belangrijk de buurt is waarin je woont, voor je kinderen maar ook voor je eigen welbevinden. Kunnen de kinderen veilig spelen, zijn er leuke andere kinderen, hoe is de sfeer met kinderen en volwassenen? Dat is ineens veel belangrijker dan toen je nog geen kinderen had. Maar ook toen gold: een buurt zonder kinderen is een dooie buurt. En als de buurt prettig is voor je kinderen, dan ontstaat en bestaat ook tussen de volwassenen een positieve sfeer van op elkaars kinderen letten, samen leuke dingen doen.
Kinderen zelf zijn dus een belangrijke bindende factor in een familie, in een buurt en in een samenleving. “It takes a child to raise a village”. Dat concept zou centraal moeten staan in programma’s voor buurten, ouders, scholen. Voor een positieve leefomgeving zowel nu als in de toekomst.
(Deze tekst is een aangepaste en ingekorte versie van een lezing die ik in juni 2011 hield voor Stichting Present Nederland, als blog verscheen deze tekst in september 2011)